dinsdag 15 november 2011

snuiter

Ik had geen hoofdpijn. Ik was niet misselijk en hoefde niet te kotsen. Het was best te doen. Ik had later. Misschien dat we nog niet door hadden dat we toch zouden gaan. Ik pakte mijn spullen in, want daarna ging ik uit logeren. Zoiets als vroeger, maar dan zonder tandenborstel. Die ligt daar al.
Van te voren deed ik boodschappen. Gezellig. Ik reed op tijd weg. Verwonderlijk. En kwam op dezelfde tijd aan als altijd. Op tijd weg gaan heeft absoluut geen waarde, vond ik.
Volgens mij nam ik water, maar dat weet ik niet zeker. De vorige keer dronk ik hem niet op. Deze keer wel, maar dat wist ik toen nog niet. Hij schudde. Een beetje. Ik bleef staan. Een beetje. Hij legde uit. Over geld en grote mensen dingen. Ik luisterde. Wilde weten of die vreemde peut gelijk had toen hij zei dat ik hem heel veel geld had gekost. Het klopte niet. Snuiter.
Hij ging terug. Wat ik kom doen. Dan van ik stil. komt iemand anders ook nog wat doen. Weer stil. in mijn hoofd begint deze beweging bijna beeld te krijgen. Van de kinderen die rondrennen en klieren en spelen en zoef, weg zijn als moeders boos de deur opengooit. En nu slapen jullie. Zoiets.
Zolang hij praat heb ik de rust. Dan springen ze op de bedden. Zodra hij vraagt schiet de deur open en liggen ze muisstil verstopt onder de bedden en in de kasten. En hij praatte. Ik kon herpakken. Bouwde mijn kaartenhuis. Niet stevig. Het hield de sessie.

In de auto tikte ik. Boem. Sigaret, Eminem en verder. Ja, ik was ontzettend moe. Maar te opgefokt om dat te voelen. Dus ik ging maar niet slapen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten