dinsdag 5 juni 2012

shut.


Ze kwam me halen. Slap handje. Geen fijn gevoel. Terwijl ik de deur nog dicht deed vroeg ze allemaal dingen. In sneltreinvaart. Ik dorste niet fatsoenlijk te gaan zitten of mijn tas ergens anders neer te zetten dan op mijn schoot. Er was immers haast en mijn papieren zaten in mijn tas. Binnen een minuut stond ze op en liep naar de behandelkamer. Ik hobbelde er maar achteraan. Met een handgebaar toonde ze de omkleedruimte. Het gordijn kon niet dicht. Terwijl ik me uitkleedde begon ze met me te praten. Ik moest gaan liggen. Ze irriteerde zich dat ik het niet gelijk goed deed hoewel ik ook niets fout deed en hooguit onwennig was. Vanuit mijn ooghoek zag ik het apparaat waarmee de inwendige echo werd gemaakt. Hij was groter dan ik had verwacht. Ik wachtte op het seintje dat ze zou gaan beginnen. Ik wachtte op iets van communicatie. Het bleef uit. Ze propte zonder pardon dat ding naar binnen en roerde alsof het hutspot was. Het deed zeer aan een kant en daar maakte ze ook foto's van. Ze zei dat alles in orde was. Pakte eendenbek en douwde die naar binnen. Koud. Onaangekondigd. Ik schakelde uit. Ze schraapte wat en zei binnensmonds iets. Ik kon het niet verstaan. De eendenbek ging eruit en ik dacht dat ze klaar was. Ik deed mijn jurkje een beetje over me heen, zodat ik niet zo bloot lach. Ze nam de tijd om de boel op te ruimen en ik lag daar maar. Toen kwam ze weer bij de stoel. Geïrriteerd sloeg ze mijn jurkje weer ophoog en stopte ineens twee vingers naar binnen. Ik was nergens meer. Volgende moment stond ze weer bij het keukentje, iets in te vullen en in een zakje te doen. Ze had haar handschoenen uit. Ik lag daar nog. Wilde van de stoel af, dus dat probeerde ik. 


Fout. Hevig zwaaiend en nee roepend kwam ze naar me toe. Het mocht niet. Ze moest de stoel nog laten zakken. Dat deed ze, maar hij bleef veel te hoog voor mijn staan. Ik begreep niet hoe ik er op was gekomen. Ik maakte een ongemakkelijk sprongetje en was even blij dat ik zo’n onattente arts had getroffen. Ze zou het in ieder geval niet doorhebben.


Terwijl ik mij aankleedde gonsde en suisde het in mijn hoofd. Ik hoorde slecht, had het gevoel alsof ik naast de speakers had gestaan tijdens een festival. Mijn kleintjes waren compleet overstuur. Ze waren zo bang geweest dat ze zou gaan toucheren en ik had ze gezegd dat dat waarschijnlijk niet nodig was maar indien wel dat ze dat eerst zou zeggen. Ze vroegen steeds maar of ze zo vies waren dat de dokter daarom zo deed. Ik kon ze niet bereiken. Nadat ik was aangekleed vroeg ik de arts of ze me nog ergens voor nodig had. Kreeg de spullen in mijn hand geduwd en werd zo de gang op gebonjourd. Ik wilde weg, maar de baliemedewerkster riep me terug. Ik moest het weefsel en de papieren nog inleveren. Moet over 2 weken bellen voor uitslag. Ik wist niet hoe snel ik weg moest komen. Terwijl ik de gang op liep zag ik de uitgang.


Ik rookte. Ik reed naar huis. Ik weet het niet meer. Ik zette de wekker en sliep. De ochtend weg.

1 opmerking:

  1. Ik flip al bij het lezen ... vind het knap dat je het zelfs kunt opschrijven, benoemen. Wat een trut! Licentie afpakken, in een magazijn opsluiten. Sterkte, rust maar uit, als je kan.
    aris

    BeantwoordenVerwijderen