donderdag 7 juni 2012

report



Te vroeg ging ik weg. Fijn. 10 minuten voor tijd kwam ik aan. Ook fijn. Ik probeerde te parkeren en dat lukte niet. Niet zoals ik dat normaal kan. De meneer die de fiets maakte moest lachen. Ik lachte een beetje terug. Ik zag peut. Ik denk hij rookt teveel.
In de badkamer. Eerder. Hoorde ik 100 dingen voorbij komen die besproken moesten. Is al beter. In ieder geval op dezelfde dag. En voor de sessie. Maar nu. Wist ik niets meer. Natuurlijk.Weinig verrassend. Peut vroeg waarom ik niet benoemde dat ik bij de gyn was geweest en dat dat niet leuk was. Ik wist het niet. Ik weet niet hoe ik dat soort dingen moet bespreken zonder er een vreemde parodie op te maken. 

Peut zei; als het gegaan is zoals jij zegt dat het gegaan is. Het echode in mijn hoofd.

Maar het is zo gegaan.

Terwijl peut probeert me duidelijk te maken hoe ik in de situatie herhaal van vroeger en dat laat gebeuren en daarmee in de steek laat. Ik snap het. Het duizelt me niet zoals weken terug. Dat ik wilde begrijpen maar niet deed. Er lijkt een vertaler in mijn hoofd te zitten. Alsof ik luister naar peut met ondertiteling.

En ik begrijp dat ik ervoor kies om niet te voelen. Om de kleintjes er voor op te laten draaien. En als ik zeg dat ik dat niet wil willen dan is dat zo. Dat is wat nu het meest klopt. Ik zou graag willen dat ik dat kon veranderen. Want ik wil niet zo zijn. Maar ik voel er niks bij. Als ik denk aan dat ergens in mijn een klein meisje zit die is geschrokken en pijn heeft gehad bij de gyn dan haal ik mijn schouders op. Het spijt me. En ergens ook voor mij. Het is vast heel erg dat ik dat zo doe maar ik voel het niet. Ik heb de makkelijkste weg. Als het te moeilijk wordt neemt een ander over. Het zal mij een rotzorg zijn wie en wat dat vanbinnen doet. Ik zou willen dat het mijn zorg is. Ik zou willen dat ik niet zo achteloos met situaties omga.

Een week later word ik soms nog overvallen. Ineens doet het weer zeer. Ineens ben ik verdrietig of bang en ik weet te vaak niet welk jaar het is of wat ik moet doen. Dat is de prijs die ik betaal. Eerlijk? Ik vind het een schijntje. Mijn winst is te groot.

Mijn verlies is een ander verhaal. 

Ik heb wel eens gevoeld hoe monsterlijk mijn gedrag is. Ik ben wel eens verdrietig geweest omdat ik zo slecht voor de mijnen zorg. Nu voel ik dat niet. Misschien goed ook. Het zorgt er namelijk altijd voor dat ik in de slachtofferrol kruip en mij zo zielig vind om hoe ik geworden ben. En in die positie kun je niet veranderen.

Dan vraagt peut ineens naar Boos. Stelletje agressivo’s. Het klinkt als een drankje. Of zij willen dat het zo geregeld blijft. Dat zij nodig zijn om het anders te gaan doen. Hij vraagt of het prettig was om twee vingers onverwacht in mijn vagina te krijgen.

Ik heb geen vagina.

Rat. Je gebruikt wat we je zelf hebben verteld. Je bent niet te vertrouwen.

Ik maak je dood.

Peut tikt met zijn ring tegen de stoelrand. Het is stil. In de kamer. In mijn hoofd niet. Is het druk. Ik denk dat ik uiteen plof van Boos. Na stilte vraagt zij.

Waar is die klok die tikt? Peut antwoord dat er geen klok is die tikt. Ik weet dat het klopt. Ik heb daar nog nooit een klok gehoord die tikt. Maar nu hoor ik hem ook. Zij is overtuigd van de klok die tikt. Denkt dat we in Rotterdam zitten en dat het 2004 is. Nog bij mijn ex. Ja. In de gestoordheid van toen. Zo voelt ze ook. Gestoord. Stukjes pak ik mee. Ik woon in haar hoofd. Er tikt een klok. Peut legt de huidige situatie uit. 2012. Ze heeft laarzen aangedaan. Ik heb gympies aan. Op de Iphone ziet ze dat de sessie opgenomen wordt. Ik voel hoe ze schrikt van de gympies en van het opnemen. Ze voelt wanhopig. Als iemand die vast zit. Peut vraagt of iemand kan komen helpen. Als in een bizarre film verteld iemand dat het ok is. Ze zegt dat peut ok is en dat haar mesjes in de tas zitten. Ze laat het zien, waar precies. 

Peut tikt met zijn ring.

Het tikken van de klok is gestopt en omdat ik niet weet wat ik moet voelen bij zojuist doe ik dwars en moeilijk. Weet niet wil niet gaat niet lukt niet. Ik ben geschrokken van haar. Van haar vast zitten. Van de paniek die ik voelde. Ik ben onder de indruk. Binnen ben ik er heel erg stil van.






1 opmerking:

  1. moeilijk voor je, lara. Knap dat je het zo kunt verwoorden. herkenning ook hier.

    BeantwoordenVerwijderen