zaterdag 5 oktober 2013

dan ik was.

ik was vergeten. dat ik hier nog ben. dat ik niet. weg ben. dat ik niet. verdwenen ben. dat ik niet. gemist ben. dat ik niet vergeten ben. ik was vergeten goed te eten. dat ook. er blijft niets van me over. dat ook. de scherpe omlijning vervaagt. maar beter niet. ik word beter. langzaam. word ik beter.

3 opmerkingen:

  1. maar je bent niet vergeten. al is de weblog weg. hoe is het met je?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ik was mijn therapeut kwijt. het was moeilijk. het duurde bijna een half jaar.

    het was zo. ik stond op de springplank. hij was heel hoog. beneden was water vol met pijn en moeilijk en zeer en verdriet en donker. ik wilde niet springen. maar ik wilde ook niet mijn hele leven op de trap blijven zitten. soms ging ik terug. via de treden van de trap. maar terug was niets. de kou van de vloer kon ik nog hebben maar de gladheid maakte het veel te moeilijk om te bewegen.
    de springplank dus. in de loop der tijd was ik richting de rand gekomen. en daar zat ik dan. ik wist dat ik moest gaan staan. ik wist dat ik moest gaan springen. ooit. dat zette ik nog even weg. eerst maar staan. ik hoorde peut. het is tijd, om te gaan staan. je hoeft nog niet te springen, maar het is tijd, om te gaan staan. ik knikte en wilde gaan staan. ik greep naar de hand van peut. ik greep mis. peut was er niet.

    hij bleef weg. ik schoof terug naar de trap. ik keek naar alle treden. ik ga wel naar beneden, dacht ik. de vloer is koud, maar dat went. de vloer is glad, maar ik zal goed opletten. het kwam niet in mij op op zelf te springen. dat was geen optie. ik begon aan de reis naar beneden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. het werd november. ik schreef dit;

    sinds een paar dagen heb ik het liedje in mijn hoofd van antonie kamerling. - ik ben veranderd, een ander, sinds die ene dag- vooral dat stukje. ik heb het liedje altijd bijzonder gevonden, terwijl het tekstueel gezien geen betekenis voor me heeft.

    vandaag ging ik weer naar therapie. ik had geen zin en ik was boos. in mijn hoofd ging hij weer zeggen dat dingen niet zo waren, ik het niet goed zag, het niet zo was als ik het voelde en meer van dat. in mijn hoofd schold ik hem de huid vol.

    ik zat tegenover hem. hij was anders. hij was veranderd. ik was nog steeds boos, omdat ik niet zo snel mee kon. ik schold hem. ik vertrouw je niet. zei ik. ik kan niets met je. je bent niet consequent. ik kan je niet vertrouwen. zoals je nu bent kan ik niet jou als therapeut hebben. ik kan niet met je werken.

    hij zei. ik ben veranderd. ik zei. ik merk het. ik ben nog niet mee veranderd. ik ben boos.

    ik kon niet over mij praten. hij vond het goed en terecht dat ik boos was. terecht dat ik wilde stoppen. terecht dat ik hier geen genoegen mee nam. we spraken over hem. over de muur die hij tegen kwam. over de 5 maanden waarin hij zichzelf kwijt was. over hoe het voelt om jezelf weer te vinden. hij zei. ik ben veranderd. sinds die ene dag.

    BeantwoordenVerwijderen